‘Mijn schilderijen lopen parallel aan het leven maar soms gebeuren er vreemde dingen.
Als het me lukt dat over te brengen, ben ik een gelukkig mens.’
Jan Kuiper
Bij het zien van zijn schilderijen kun je je indenken dat hij naar de wereld om zich heen keek als een onuitsprekelijk wonderlijk fenomeen. Een diffuse wereld waarin hij vreemde en eigenaardige dingen zag, die hij op een poëtische manier verbeeldde op zijn doeken. ‘Ik volg mijn penseel’ zei hij, maar in die penseel stak een oneindige fantasie.
Zijn schilderijen zijn allemaal verhalend en tegelijk raadselachtig. De aanschouwer wordt getart zijn of haar eigen fantasie te gebruiken, maar blijft dan toch nog met veel vragen zitten. Wat doen die raadselachtige figuren, hoe verhouden zij zich tot elkaar en tot het landschap, en dan al die katten, paarden?
Je kunt niet zomaar met een oppervlakkige blik aan dit werk voorbij lopen. Het nodigt je uit om er in mee te dromen en dat kun je oneindig doen.